Jaarverslag 2021 Rekenkamer
1. Voorwoord
Voor u ligt het Jaarverslag 2021 van de gezamenlijke Rekenkamer gemeente Laarbeek en de gemeente Gemert - Bakel. Met dit verslag voldoet de Rekenkamer aan de wettelijke verplichting om een jaarverslag op te stellen over activiteiten in 2021.
In dit verslagjaar hebben de werkzaamheden zich vooral gericht op uitvoeren van een burgerpeiling voor beide gemeenten, een onderzoek naar de schulphulpverlening in de gemeente Laarbeek en de start van het onderzoek subsidieverlening professionele organisaties en instellingen in de gemeente Gemert – Bakel.
De Rekenkamer spreekt de dank uit voor de ondersteuning ontvangen vanuit de griffie en de professionele medewerking van het ambtelijk apparaat van beide gemeenten.
Januari 2022.
Frits van Vugt Jeroen Sanders Rob Malag
2. Samenstelling van de Rekenkamer
De Rekenkamer Gemert-Bakel – Laarbeek kende per 1 januari 2021 de volgende samenstelling:
- de heer F. van Vugt (voorzitter)
- de heer J. Sanders (lid)
- de heer R. Malag (lid)
In 2021 hebben zich geen wijzigingen voorgedaan in de samenstelling.
De Rekenkamer werd in 2021 technisch en adviserend ondersteund door de heer R. van Heijnsbergen, griffier gemeente Laarbeek. De ontvangen ondersteuning en adviezen zijn van meerwaarde geweest voor de Rekenkamercommisie. De Rekenkamer ervaart de samenwerking als constructief en positief.
3. Werkwijze en bijeenkomsten
De Rekenkamer is een onafhankelijk orgaan waarvan de taken en bevoegdheden zijn beschreven in de Gemeentewet en de door de gemeenteraden vastgestelde Verordening gemeentelijke Rekenkamer Gemert-Bakel en Laarbeek 2015 en Convenant gezamenlijke Rekenkamer gemeenten Gemert-Bakel en Laarbeek. Daarnaast kent de Rekenkamer een reglement van orde en een onderzoeksprotocol.
De Rekenkamer voert onderzoek uit naar de effecten van het gemeentelijk beleid en naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het gemeentelijk beleid, van het gemeentelijk beheer en van de gemeentelijke organisatie, naar de rechtmatigheid van het gemeentelijk beheer, alsmede naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van instellingen waarvan de activiteiten geheel of in belangrijke mate door de gemeente wordt bekostigd.
Er is een regiegroep voor de Rekenkamer. In 2021 zaten in de regiegroep de heer J. Gruijters (voorzitter), mevrouw D. Methorst – van Kessel, de heer R. van den Berkmortel en de heer S. Janszen. De regiegroep werd ondersteund door de heer R. van Heijnsbergen. In 2021 is er geen noodzaak geweest voor een overleg. Begin 2022 zal de regiegroep betrokken worden bij de keuze van de nieuwe onderwerpen.
De gemeenteraad kan de Rekenkamer door tussenkomst van de regiegroep om een onderzoek verzoeken, waarbij de Rekenkamer onafhankelijk is in haar uiteindelijke onderwerpkeuze. Jaarlijks stelt zij een onderzoeksplan en jaarverslag op.
De resultaten, conclusies en aanbevelingen van uitgevoerde onderzoeken worden vastgelegd in een conceptrapport. Dit conceptrapport wordt achtereenvolgens voorgelegd aan de bij het onderzoek betrokken ambtenaren en bestuurders. Zij worden in de gelegenheid gesteld om hierop te reageren. Nadat de reacties zijn verwerkt, biedt de Rekenkamer het rapport aan de gemeenteraad aan.
Vergaderen in 2021
Gedurende het verslagjaar 2021 was fysiek vergaderen nauwelijks mogelijk. Veel contactmomenten hebben telefonisch dan wel digitaal plaatsgevonden. De Rekenkamer heeft in het verslagjaar 21 contactmomenten gehad voor eigen vergaderingen en bijeenkomsten met derden in het kader van de uitvoering van de onderzoeken. Daarnaast zijn er nog individuele contactmomenten geweest tussen de leden onderling en van de voorzitter met, de griffiers, ambtenaren en derden.
4. Onderzoeken 2021
Gepresenteerde onderzoek
Vooraf
De Rekenkamer was voornemens om in 2021 vier onderzoeken te presenteren. Voor beide gemeente de burgerpeiling, voor de gemeente Laarbeek het rapport schuldhulpverlening en voor de gemeente Gemert – Bakel het onderzoek subsidieverlening professionele organisaties en instellingen. Wij zijn hierin niet geslaagd. Het onderzoek voor de gemeente Gemert – Bakel naar de subsidieverlening professionele organisaties en instellingen hebben we niet in 2021 kunnen afronden. Dit vraagt om uitleg en verantwoording die wij graag met u delen. Helaas hebben we door persoonlijke omstandigheden niet het gehele jaar als Rekenkamer op volle strekte kunnen opereren, gelukkig heeft deze omstandigheid zich ten positieve gekeerd. Daarnaast ervaarden we bij de onderzoeker naar de burgerpeiling een vertraging in technische aard wat resulteerde dat we i.p.v. in het eerste kwartaal pas in juni de onderzoeken konden afronden.
De burgerpeiling: in het algemeen
Inwoners zijn belangrijk omdat ze de leefbaarheid van een gemeente en de wijk waarin ze wonen het beste kunnen aangeven. Daarnaast zijn inwoners van belang voor de gemeente, omdat zij in steeds hogere mate verantwoordelijkheid voor elkaar nemen en voor hun omgeving. Initiatieven van inwoners en burgernetwerken helpen gemeenten maatschappelijke opgaven op te lossen. Hoe meer verantwoordelijkheid inwoners zelf nemen voor hun omgeving en hoe groter het zelfsturend vermogen, hoe kleiner de rol van de gemeente kan worden. Dat vraagt dat de gemeente inwoners meer de ruimte geeft, faciliteert en samen met hen optrekt. De burgerpeiling geeft inzicht in de randvoorwaarden voor burgerparticipatie, de verschijningsvormen van maatschappelijke participatie, de behoeften in de samenwerkingsrelatie met de gemeente en de eigen zelfredzaamheid. De resultaten van de burgerpeiling bieden concrete aanknopingspunten voor handelingsperspectieven. Een groot voordeel van de burgerpeiling is de mogelijkheid voor gemeenten om op de website van Waar staat je gemeente resultaten onderling te vergelijken en relaties te leggen met andere gegevens van gemeenten. Per thema zijn de subjectieve resultaten van de burgerpeiling naast objectieve gegevens (statistieken) van gemeenten gezet. Op basis van de analyses op de website van Waar staat je gemeente kunnen gemeenten beleid onderbouwen, verder vormgeven of besluiten aan te passen.
De burgerpeiling van de website van Waar staat je gemeente geeft gemeenten inzicht in de oordelen van hun inwoners. De burgerpeiling wordt via een vragenlijst uitgezet onder inwoners van de gemeente. In de vragenlijst komen de volgende vier maatschappelijke thema’s aan de orde:
- Woon- en leefklimaat
- Relatie inwoner-gemeente
- Gemeentelijke dienstverlening
- Zorg en welzijn
We hebben het onderzoeksbureau PON & Telos opdracht gegeven voor dit onderzoek. Naast de standaardvragen, zijn er ook enkele specifieke vragen toegevoegd (maatwerkvragen) waarvoor input is gevraagd bij de raadsfracties en het college. De opgehaalde input is door de Rekenkamer omgezet in een paar extra vragen.
In tegenstelling tot andere onderzoeken van de Rekenkamer heeft er geen wederhoor plaatst gevonden noch is er gevraagd om een bestuurlijke reactie. De motivatie van de Rekenkamer hiervoor is dat er geen onderzoek gedaan is naar het gemeentelijk beleid of uitvoering, maar louter de meningen en wensen van inwoners zijn onderzocht. Dan heeft wederhoor geen nut, want het is een belevingsonderzoek waar ieder zijn eigen conclusies uit kan trekken.
De burgerpeiling: gemeente Gemert – Bakel
'Inwoners van Gemert-Bakel hebben gesproken…'
Er is door de Rekenkamer in mei aan een steekproef van 5.827 inwoners een brief gestuurd met het verzoek om deel te nemen aan het onderzoek. Er zijn relatief meer uitnodigingen gestuurd aan de inwoners van de kleine(re) kernen Milheeze, Handel, De Mortel, De Rips en Elsendorp om daarmee ook in deze kernen voldoende respons te krijgen. In totaal hebben 1.049 inwoners uit Gemert-Bakel de vragenlijst ingevuld (response is dus 18%), de meesten hebben dat online gedaan en een beperkt aantal door het invullen van een papieren vragenlijst. Het aantal van 1.049 deelnemers is meer dan voldoende om op gemeenteniveau betrouwbare uitspraken n.a.v. de antwoorden over te krijgen (maximale foutenmarge: 3,0%). Dat geldt ook voor de kernen Gemert en Bakel (maximale foutenmarge: 4,1% resp. 4,6%). Voor de overige kernen geldt deze betrouwbaarheidsindicator niet (max. foutenmarge ligt boven 5%), toch is de respons bij deze kernen voldoende groot om er een indicatieve waarde aan toe te kennen. De percentages op gemeenteniveau zijn gewogen naar de variabele kern (om de oververtegenwoordiging van de kleine kernen te corrigeren) en leeftijd (omdat er relatief minder jonge inwoners deelgenomen hebben aan het onderzoek).
De uitkomsten van de burgerpeiling zijn na te lezen in het uitgebrachte rapport welke geplaatst is op de website van de gemeente of verkrijgbaar is via de griffier
Het rapport en de adviezen is door de heer Van Vugt besproken en toegelicht in de bijeenkomst van de commissie Financiën en Bestuur d.d. 14 september 2021 en heeft de gemeenteraad op 16 december 2021 de conclusies en aanbevelingen overgenomen.
De burgerpeiling: gemeente Laarbeek
'Inwoners aan het woord, de gemeente Laarbeek aan zet'
Er is door de Rekenkamer in mei aan een steekproef van 4.650 inwoners een brief gestuurd met het verzoek om deel te nemen aan het onderzoek. Er zijn relatief meer uitnodigingen gestuurd aan de inwoners van de kleine kernen Lieshout en Mariahout, om daarmee ook in deze kernen voldoende respons te krijgen. In totaal hebben 839 inwoners uit Laarbeek de vragenlijst ingevuld (response is dus 18%), de meesten hebben dat online gedaan en een beperkt aantal door het invullen van een papieren vragenlijst. Het aantal van 839 deelnemers is meer dan voldoende om op gemeenteniveau betrouwbare uitspraken n.a.v. de antwoorden over te krijgen (maximale foutenmarge: 3,3%). Dat geldt ook voor de kernen Beek en Donk, Aarle- Rixtel en Lieshout (maximale foutenmarge: onder 5%). Voor Mariahout geldt deze betrouwbaarheidsindicator niet, toch is de respons bij deze kern voldoende groot om er een indicatieve waarde aan toe te kennen. De percentages op gemeenteniveau zijn gewogen naar de variabele kern (om de oververtegenwoordiging van de kleine kernen te corrigeren) en leeftijd (omdat er relatief minder jonge inwoners deelgenomen hebben aan het onderzoek).
De uitkomsten van de burgerpeiling zijn na te lezen in het uitgebrachte rapport welke geplaatst is op de website van de gemeente of verkrijgbaar is via de griffier.
Het rapport en de adviezen is door de heer Van Vugt besproken en toegelicht in de bijeenkomst van de raadscommissie Algemene Zaken d.d. 22 juli 2021. Het presidium heeft op 21 december 2021 besloten het rapport na de verkiezingen af te handelen. Naast de rapporten hebben wij aan het college en de raadsleden, via de griffier, ook de antwoorden op de open vragen doen toekomen. Deze geanomiseerde reacties geven een goed inzicht in zaken die de individuele burger aangaan.
Onderzoek schuldhulpverlening gemeente Laarbeek
De Rekenkamer heeft in 2020 bij de raadsfracties gevraagd naar onderzoeksonderwerpen voor een nieuw te starten onderzoek. Eén van de onderwerpen die werden genoemd was: schuldhulpverlening. Daarbij werden aandachtspunten meegegeven over het gebruik van de voorzieningen, het effect, de ervaringen van klanten en of er good practices in het land zijn om van te leren. Dat eind 2020 de schuldhulpverlening in de media was gekomen vanwege een datalek waarbij vertrouwelijke gegevens bij derden waren beland, bleek een extra aanleiding voor dit onderzoek. Schuldhulpverlening heeft ook landelijk de aandacht getrokken door de recente toeslagenaffaire. Uit landelijke cijfers blijkt dat één op de vijf huishoudens in Nederland risicovolle schulden heeft.1 Vaak lukt het hen niet om deze schulden op eigen kracht beheersbaar te houden en af te lossen. De schulden worden problematisch en het duurt te lang om ze af te lossen, ook omdat inwoners bijvoorbeeld door schaamte of uit onmacht geen hulp durven of kunnen vragen. Schulden zijn dan niet langer een tijdelijk, geïsoleerd probleem van één persoon. Het worden grote problemen met een enorme impact op het leven van een grote groep direct en indirect betrokken personen en instanties. Daarom ligt hier een taak voor de overheid om inwoners met problematische schulden met raad en daad bij te staan: de schuldhulpverlening. De Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) uit 2012 heeft deze taak bij de gemeenten belegd.
Doelstelling onderzoek
De behoefte van de gemeenteraad om inzicht te krijgen in de doelmatigheid en effectiviteit spelen een grote rol in de doelstelling van het onderzoek. De Rekenkamer wilde met dit onderzoek dan ook inzicht krijgen in hoeverre de doelen ten aanzien van de schuldhulpverlening worden bereikt en of dat op een efficiënte en effectieve manier gebeurt. Er waren drie centrale vragen:
- Hoe is de schulphulpverlening in de gemeente Laarbeek georganiseerd en ingericht?
- In welke mate is de schulphulpverlening doelmatig en doeltreffend ingevolge de visie, aanpak en gestelde doelen uit het vastgestelde schulhulpverleningsbeleid?
- Hoe wordt de gemeenteraad geïnformeerd?
Bij dit onderzoek heeft de Rekenkamer zich laten begeleiden door het bureau BMC. Op basis van de bevindingen zijn een achttal conclusies geformuleerd en hieraan verbonden een twaalftal aanbevelingen. Het eindrapport is op 24 december 2021 beschikbaar gekomen voor het college en de raadsleden. De heer Van Vugt en het bureau BMC hebben op 11 januari 2022 het rapport gepresenteerd in de commissie Sociaal Domein. De gemeenteraad heeft op 27 januari 2022 ingestemd met de conclusies en aanbevelingen.
Onderzoek subsidieverlening professionele organisaties en instellingen in de gemeente Gemert – Bakel
Helaas is het niet gelukt om dit onderzoek in 2021 af te ronden en te presenteren. In 2022, na de verkiezingen, zal het rapport aan de nieuwe gemeenteraad worden aangeboden.
5. Komende onderzoeken
De Rekenkamer heeft zich in november georiënteerd op mogelijke onderwerpen van onderzoek. Gedurende het verslagjaar zijn door fracties, individuele gemeenteraadsleden, instanties en / of burgers geen nieuwe onderwerpen aangedragen. Alvorens de Rekenkamer een besluit, over de te onderzoeken onderwerpen 2022 neemt, zullen fracties geraadpleegd worden. De Rekenkamer hoopt in april 2022 de keuze bepaald te hebben en deze voor te leggen aan de regiegroep. Vanzelfsprekend staat voor de gemeente Gemert – Bakel het onderwerp subsidieverlening al op de agenda en mogelijk ook het onderzoek naar het voorzieningsniveau.
6. Budget
De Rekenkamer voert haar werkzaamheden uit binnen het budget dat de raad daarvoor beschikbaar heeft gesteld. In het convenant gezamenlijke Rekenkamer gemeenten Gemert-Bakel en Laarbeek is afgesproken dat de deelnemende gemeenten jaarlijks een budget beschikbaar stellen van € 1,00 per inwoner. De uitvoeringskosten van de Rekenkamer komen ten laste van dit budget. De commissie beschikt over een ambtelijk secretaris en voert samen met ingehuurde externe deskundigen de onderzoeken uit. Dit levert in het kort de volgende financiële verantwoording op.
Bijdrage Laarbeek | € 22.500 |
---|---|
Bijdrage Gemert - Bakel | € 30.760 |
Restant 2020 | € 26.600 |
Totaal | € 79.860 |
Externe onderzoekskosten | € 24.640 |
---|---|
Intrerne onderzoekskosten | € 9.570 |
Vergoedingen leden | € 6.600 |
Overige | € 630 |
Totaal | € 41.440 |
Saldo 2021: € 38.420
Naar 2022 € 26.630
De onderzoekskosten zijn grotendeels gemaakt voor onderzoeken in 2021.
De leden van de Rekenkamer ontvangen een maandelijkse vergoeding voor beide rekenkamercommisies, inclusief onkostenvergoeding, van voor de voorzitter € 200,- en voor de leden € 175,-. Voor onderzoek in eigen beheer wordt het uurtarief van € 55,- per uur gehanteerd. De overige kosten betreffen het lidmaatschap van de Nederlandse Vereniging van Rekenkamers en Rekenkamer (NVRR). Van het saldo 2021 zal conform Artikel 12 lid 4 verordening -> maximale overheveling = 50% van jaarbudget <- een bedrag van € 26.630,-- toegevoegd worden aan het budget van 2022.